Het bataljon 1 OVW regiment Jagers werd pas in april 1946 toegelaten op Java. In eerste instantie ingezet in Batavia; later op de verbindingsas van Batavia tot Buitenzorg.

Bataljonscommandant was vml KLNIL-officier majoor René den Ouden. Toen de kampong Tjibinong op de weg van Batavia naar Buitenzorg was bevrijd kreeg bataljonsarts Jo Vonk van de BC de opdracht een polikliniek op te zetten. Den Ouden regelde de medische spullen, een tolk maar gaf ook de opdracht iedere patiënt een liter rijst mee te geven die geregeld werd via het Binnenlands Bestuur. Bij hun aankomst op Java, zo’n 8 maanden nadat ir. Soekarno de republik had uitgeroepen was er sprake van het ontbreken van een basis veiligheid, voedselvoorziening en gezondheidszorg.

Een veelvoorkomende actie bij instromende OVW-bataljons was dus het uitvoeren van een drie-eenheid: het herstel van veiligheid, voedselvoorziening en gezondheidszorg. Veelal voortgekomen vanuit het gewapend verzet tegen de Duitsers werd hun inzet in Nederlands-Indië in een NIMH-publicatie geroemd als waar patriottisme dat zich hierna in ons land niet meer heeft vertoond.

De toegenomen veiligheid, voedselvoorziening en gezondheidszorg deed de bevolking terugkeren naar de door de Jagers bevrijde kampongs. Toen in juni 1946 het zuidelijker gelegen Pondok Bendah werd bevrijd, verscheen als vrijwilliger de arts Els Oosterhuis-Weisz ter plaatse. Maanden geleden in Nederland gehuwd met lt Oosterhuis van 1 Jagers was zij hem op eigen houtje nagereisd en kreeg van de BC toestemming ook hier een polikliniek te openen om de nood van de omliggende kampongs te helpen lenigen.

Deze basiszorg deed veel bewoners met een gerust hart terugkeren naar hun kampongs.