Het was in het kamp Chaah op Malakka waar het magere ventje van omstreeks 7 jaar te midden van een groep Indonesische kinderen opviel door zijn donkere huidskleur en hagelwitte tanden. Met een paar Maleisische woorden kwamen de stoters erachter dat zijn ouders door de Jappen waren vermoord, waardoor hij zwervende was en op straat bedelde. Hij werd door de stoters geadopteerd, liefdevol verzorgd en kreeg door een heldere ingeving van de S.M.I. de naam Ilak, omgedraaid Kali”, de strijdkreet van de compagnie “hier komen de Tesselaars”. Als voornaam werd met algemene stemmen Tommy gekozen, met de geboortedatum 4 maart 1938.

Al snel werd hij het lievelingetje van iedereen en liep hij trots rond in het door de stoters zelfgemaakte militaire pakje. Hem werd hem Nederlands geleerd, wat hij al snel voor vertrek uit Malakka oppikte. Maar Tommy mocht niet aan boord. Er werd toen door de mannen van de 4e comp. een oplossing gevonden, namelijk een stunt, die zij al eerder hadden uitgehaald om iemand uit het ziekenhuis naar Indië te laten meemaken.

Zo werd ook Tommy aan boord gesmokkeld op weg naar Celebes, waar hij in de tijd dat de stoters daar doorbrachten, naar school ging.

Met de overstap van Celebes naar Bali, sprak Tommy al behoorlijk Nederlands en bleek hij een intelligent jongetje te zijn. Voor rekenen en gedrag haalde hij zelfs zeer hoge cijfers. Hij werd zonder moeilijkheden ingescheept aan boord van de “Plancius”. Men wist niet beter of Tommy hoorde erbij, hij was one of the guys, Hij voelde zich als een koning, met als enige angst de dreiging dat hij niet meer met de troep mee mocht.

Zo af en toe was hij wel net zoals elk kind wel eens rebels, maar een waarschuwing was genoeg om weer in een goed blaadje te komen bij de mannen.

Na zijn schooltijd werd hij als een militair opgevoed en na een half jaar wist hij alle onderscheidingsrangen te benoemen. Als hij een meerdere tegenkwam ging hij in de houding staan en groette zoals een militair betaamt.

Op Bali werd de S.M.A. zijn schoolmeester, waarvan hij niet alleen op het gebied van ontwikkeling, maar ook wat betreft zijn opvoeding, veel heeft geleerd. Discipline stond hoog in het vaandel.

Aan boord van de “Boissevain” op weg naar Sumatra, voelde hij zich helemaal op zijn gemak tussen alle militairen. Iedereen maakte een praatje met hem en hij werd vaak gefotografeerd voor de film. Hij werd bekend in heel Indië en Holland. Iedereen wist wie Tom Ilak van 4-VIII RS was.

Op Sumatra, met name Pladjoe, werd er een commissie samengesteld om voor de verdere belangen van Tommy op te komen. Er werd op een door de commissie belegde vergadering officieel een studiekas gevormd. Dit om reden dat als hij in Holland kwam, kon gaan studeren om zo eventueel als officier terug te kunnen keren in het leger.

Tommy heeft angstige dagen in de benteng te Palembang doorgebracht, waar hij steeds maar vroeg waar de jongens zaten en of ze allen wel zouden terugkomen. Hij leefde met iedereen mee en liep als één van de eerste door de straten van het vrijgemaakte Palembang. Zo trok Tommy met de jongens op en leerde het leven van een militair door en door kennen.

Tijdens het 2e verblijf van op Pladjoe werd Tommy ontboden bij generaal Spoor, die ook van Tommy had gehoord. Tijdens deze gelegenheid sprak Tommy de ook aanwezige en net tot kolonel bevorderde Möllinger aan met overste. Hierop reageerde generaal lachend dat Tommy zich vergiste! Toen strak in de houding staand zei Tommy “neemt u mij niet kwalijk generaal Spoor, dat wist ik niet!”

De laatste maand van het verblijf van 4-VIII RS in Pladjoe, ging Tommy weer naar school. Tijdens de juli-actie is hij voor zijn studie naar Palembang gegaan, waar hij weer nieuwe vrienden kreeg, vooral in het ziekenhuis waar hij nooit vergat de jongens daar een bezoek te brengen.

Op school deed hij zijn best en in het weeshuis waar zijn opvoeding voltooid werd, waren ze ook erg tevreden over hem. Qua algemene ontwikkeling stak hij ver boven de andere kinderen uit. Maar ook hier was hij wel eens ondeugend en was ook weer een waarschuwing voldoende om hem op zijn plaats te zetten. Men had er het volste vertrouwen in dat er heel iets goeds van hem te maken was.

De mannen van VIII-RS dachten er net zo over en hoopten dat Tommy Ilak mee naar Holland mocht om het ideaal te bereiken dat zij zich voorgenomen hadden, maar mocht dat door omstandigheden niet doorgaan, hoopten ze hem later toch te kunnen begroeten als een man die zijn plaats waardig was geworden in de maatschappij.

In het geval dat zij afscheid van hun Tommy zouden moeten nemen, zou dat met pijn in hun hart zijn, maar vergeten zouden zij hem nooit, want hij bleef en blijft voor altijd Tommy Ilak van 4-VIII RS.

Geschreven door SMI J.Hekman uit het boek “Het reizende bataljon van P. de Kam”.

Beetje bewerkt door Elly Roorda.

Het lukte niet om Tommy Ilak mee te smokkelen naar Nederland, hij moest achtergelaten worden bij een katholiek verzorgingshuis.